3.4 De toekomst van de auto
Er komen steeds meer auto’s op de weg.
Ook rijden mensen steeds vaker met de auto. Kan dat zo blijven doorgaan?
Nadelen van het gebruik van auto’s:
- Uitlaatgassen
- Lawaai
- Duur
- Files
- Verkeersongelukken
Ten eerste vervuilen auto’s de lucht met uitlaatgassen.
Daar zitten schadelijke stoffen in.
Vooral op dagen met felle zonneschijn en weinig wind vormen die stoffen
een onzichtbare smog die pijn doet aan de ogen.
Mensen met astma of andere kwalen aan de luchtwegen hebben daar last van.
Die smog komt vooral voor in grote steden waar veel auto’s rondrijden, Parijs of Milaan bijvoorbeeld.
Soms wordt de lucht in zo’n stad zó vuil dat het stadsbestuur de inwoners verbiedt om hun auto te gebruiken tot de lucht weer schoner wordt.
Vervuiling door auto’s wordt op allerlei manieren aangepakt:
Auto’s krijgen een katalysator in de uitlaat die veel van de schadelijke stoffen
uit de uitlaatgassen haalt.
Aan de pomp is loodvrije benzine te krijgen en ook zwavelarme diesel.
Die brengen bij verbranding minder schadelijke stoffen voort dan
gewone brandstoffen.
Ten slotte komen er auto’s op de markt die weinig of geen schadelijke uitlaatgassen voortbrengen.
Sommige lopen op aardgas, waterstof of elektriciteit.
Brandstoffen die schoner zijn dan benzine, LPG en diesel.
Experimentele auto op zonne-energie
Weer andere lopen op stroom dat uit batterijen in of van zonnecellen bovenop de auto komt.
Die stoten helemaal geen uitlaatgassen uit.
2. Het tweede probleem is lawaai.
Vooral op drukke wegen is het lawaai
van het verkeer groot.
Waar een drukke weg langs een woonwijk loopt, staat er langs de kant
een geluidsscherm dat het lawaai tegenhoudt.
Ook laat de overheid extra glad asfalt leggen op drukke wegen.
Daar maken rijdende auto’s minder lawaai dan op gewoon asfalt of klinkers.
3. Op de derde plaats wordt autorijden duur als de prijzen van benzine, diesel en LPG flink omhoog gaan.
In 1973 zijn de prijzen van deze brandstoffen zó sterk gestegen
dat autofabrieken auto’s zijn gaan maken met motoren die weinig brandstof gebruiken.
4. Het vierde probleem is dat van opstoppingen en files.
Dagelijks horen we van files en langzaam rijdend verkeer.
Dan rijden er kilometerslange rijen auto’s langzaam over de weg.
Af en toe komt de rij helemaal tot stilstand en blijven de auto’s bumper en bumper staan met draaiende motoren die lawaai maken en uitlaatgassen voortbrengen.
Het is bijna niet meer voor te stellen dat er in 1908 maar 5.000 auto’s
in Nederland waren.
Toen reden er op de weg Amsterdam-Haarlem gemiddeld 12 auto’s per dag langs.
Sindsdien is het aantal auto’s sterk gegroeid.
Kort na de Eerste Wereldoorlog zijn het er 100.000 en
rijden er nog eens 100.000 motorfietsen en bussen rond.
In 1987 zijn er 5 miljoen auto’s, bussen, motorfietsen en vrachtauto’s in Nederland.
In 2000 zijn het er 6,2 miljoen en in 2002 6,7 miljoen.
Tijdens de ochtend- en de avondspits worden bij de verkeersinformatie niet alle files meer opgesomd.
Wel hoor je het aantal en de lengte van de files bij elkaar opgeteld.
5. Het vijfde en laatste probleem dat we hier willen noemen zijn de verkeersongelukken.
In 1891 reed de eerste auto op deze aardbol rond.
Op 17 augustus 1896 viel de eerste verkeersdode.
Tegenwoordig raken elke dag 140.000 mensen betrokken bij een ongeluk.
Dagelijks overlijden meer dan 3.000 mensen aan de gevolgen
van een verkeersongeluk.
Maak jouw eigen website met JouwWeb