De koppeling

Bij de voeten van de bestuurder zitten drie pedalen.

Rechts zit het gaspedaal, in het midden de rem en links de koppeling.

 

De bestuurder trapt de koppeling in om de auto

in een bepaalde versnelling te zetten.

Dit heet schakelen.

In de meeste auto’s zitten vier, vijf of zes versnellingen.

 

De eerste versnelling is de sterkste, maar ook de langzaamste.

Hij wordt alleen gebruikt om weg te rijden.

 

Wanneer de auto eenmaal rijdt, schakelt de bestuurder door naar

de tweede versnelling.

 

Als hij harder wil rijden, moet hij gas geven en steeds naar een hogere versnelling schakelen.

versnellingsbak van een vrachtwagen