3.9 Werking van de motor

Lees de volgende tekst en gebruik er de afbeelding bij.

 

Hoe werkt een motor?

Eigenlijk heel simpel.

Door middel van ontploffingen.

 

En voor deze ontploffing heb je het volgende nodig:

  1. Een afgesloten ruimte.
  2. Een brandstof, in dit geval benzine.
  3. Een vonk.

 

Stel je een injectienaald voor.

Dit is eigenlijk een holle buis met een zuiger erin die op en neer

kan bewegen.

Zo ziet een motorblok er ook uit.

Een buis ( de cilinder ) bevindt zich in het motorblok.

Binnenin deze buis kan een zuiger op en neer bewegen.

Aan deze zuiger zit een stang vast ( de drijfstang ).

Boven zit een bougie ( een soort van aansteker ).

We voegen een mengsel van benzine en lucht toe ( een zeer explosief goedje ).

 

De drijfstang met daaraan de zuiger gaan omhoog.

De bougie maakt een vonk.

Het gevolg is dat het explosieve goedje ( een mengsel van benzine en lucht ) ontbrandt.

Er volgt een explosie die de zuiger en de drijfstang naar beneden duwt.

 

Bij een motorblok is de drijfstang onderaan verbonden met de krukas.

De krukas komt in beweging en geeft een rondgaande beweging door aan

het achterwiel waardoor het wiel gaat draaien.

Bougie

Krukas

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb